De geboorte van de kerk
De geboorte van de kerk (en het Christendom).
He is on my head Like a Crown
And I shall never, I shall never
Be without Him
Op de tijd die U kiest,
Om te regeren over Israël, uw kind.
Omkleed Hem met kracht om de onrechtvaardige heersers te verbrijzelen,
Om Jeruzalem te zuiveren van de vernielende vertrapping door de heidenen.
Het is logisch dat dit de Romeinse heersers de nodige kopzorgen bezorgde en het lijkt me niet onwaarschijnlijk dat hij inderdaad gevangen genomen werd en ter dood veroordeeld. Volgens diezelfde overleveringen zou hij op de vraag ”Bent u de koning der Joden” geantwoord hebben: “U zegt het”. In een latere overlevering (Johannes 18:33-37) zou hij het juist tegengesproken hebben en gezegd hebben dat zijn koninkrijk “niet van deze wereld” was. Het lijkt erop dat de eerdere indirecte bekentenis waarschijnlijker is en dat hij de martelaarsdood bewust gezocht heeft door het min of meer toe te geven dat hij de koning van de Joden was.
13Niets ging zijn krachten te boven,
zelfs toen hij al gestorven was, profeteerde zijn lichaam nog.
14Bij zijn leven gaf hij tekenen,
ook na zijn dood verrichtte hij wonderbaarlijke daden.
Romeinen 3:26 Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. (NBV)
God had zelf voor dit offer gezorgd en zijn zoon gegeven om te sterven voor de zonde van de mensen. Door zijn mondiale instelling kon Paulus dit gegeven ook niet laten beperken tot Joden alleen. Ieder die dit offer aanvaardde zou gered worden.
Hij nam contact op met de Jezus-volgelingen in Jeruzalem en we krijgen dan een moeizame werkrelatie te zien, waarbij de joodse volgelingen grote moeite hebben deze verbreding van hun beweging te accepteren.
Je ziet dan ook in de eerste eeuwen van de “kerk” dat er allerlei bewegingen ontstaan die meer of minder “Joods” zijn qua aard. Paulus had wel veel succes met zijn boodschap en hij wist overal in Turkije en Griekenland “gemeenten” te vormen, in het begin voornamelijk bestaande uit heidense aanhangers van het Jodendom (proselieten). De bestaande oorspronkelijke beweging breidde zich uit richting Syrië en Egypte.
Van deze meer Joodse bewegingen weten we niet veel, waarschijnlijk mede omdat de lijn van Paulus in het Romeinse rijk de overhand kreeg en andere stromingen en hun documentatie overwoekerde. Uit de werken van ketterbestrijders weten we dat ze er geweest zijn. Er moet bijvoorbeeld een stroming zijn geweest met een eigen evangelie, dat nu bekend staat als het evangelie van de Nazarenen. Het komt erg overeen met het evangelie van Mattheus, maar de eerste hoofdstukken zijn afwezig waarin verteld wordt dat Jezus uit een maagd werd geboren. De Nazareense christen-joden geloofden dat Jezus een gewoon mens was geweest en op een natuurlijke manier werd verwekt. Hij werd speciaal door God gekozen omdat hij rechtvaardiger was dan alle andere mensen. Een andere groep kwam bekend te staan als de “Ebionieten”. Zij waren vegetariërs en geloofden niet dat Jezus ook een goddelijke natuur had. Wel meenden ze dat Jezus het laatste zoenoffer was geweest en verdere vleesoffers voor de vergeving van zonden onnodig maakte. Het is ook wel grappig dat in hun evangelie Johannes de Doper niet sprinkhanen (Grieks: akris) en honing at, maar een soort manna of honingkoek (Grieks: enkris) en honing. Als de discipelen Jezus vragen waar ze het paasmaal klaar zullen maken, zegt hij in hun evangelie dat hij geen zin heeft om het paaslam met hen te eten. Van deze evangeliën en nog een groot aantal andere, weten we alleen af doordat kerkvaders ernaar verwezen en er stukken uit aanhaalden. Het is duidelijke dat er allerlei joods-christelijke stromingen waren die allemaal door de winnende nominatie uiteindelijk uit het zicht verdreven werden.
De gezamenlijke maaltijd
Plinius de Jongere |
Wat een kenmerk van al die bewegingen leek te zijn was de viering van een gemeenschappelijke maaltijd. We weten dit bijvoorbeeld uit een brief die de gouverneur van Bithynia Pontus (in NW Turkije), Plinius de Jongere, aan Trajanus schreef (rond 110). Heel veel gelovigen hadden onder druk hun geloof opgegeven, van hen vermeldt Plinius dat
“Ze zeiden dat hun schuld, of vergissing, neerkwam op het volgende. Het was hun gewoonte op een vaste dag voor dageraad bijeen te komen en met elkaar voor Christus een beurtzang te zingen als voor een god. Ook verbonden ze zich door een eed, niet om een misdaad te begaan, maar om geen diefstal, roof of overspel te plegen, om een woord van trouw niet te breken en een pand desgevraagd niet te weigeren terug te geven. Als dat gedaan was, ging men meestal weer uiteen, om daarna weer samen te komen voor een maaltijd, maar dan heel gewoon en onschuldig. Met dat laatste waren ze opgehouden na mijn edict waarin ik, conform uw opdracht, een verbod op besloten verenigingen had uitgevaardigd.”
De Didache 9:
1. En wat betreft de dankmaaltijd, hoor je als volgt dank te geven:
2. Ten eerste, wat betreft de beker: “We danken U, onze Vader, voor de heilige wijnstok van David, uw kind, die u ons bekend maakte door Jezus, uw kind. U zij de glorie voor eeuwig.
3. En wat betreft het stuk brood: “We danken u, onze Vader, voor het leven en de kennis die U ons bekend heeft gemaakt door Jezus, uw kind. U zij de glorie voor eeuwig.
4. Zoals dit stuk brood verspreid werd over de bergen en weer bijeengehaald om één te worden, zo moge uw kerk verzameld worden van de einden der aarde in uw koninkrijk. Want van u is de glorie en de macht door Jezus Christus voor eeuwig.”
Het is zondermeer duidelijk dat “de kerk” al bij het ontstaan enorm gedifferentieerd was, met aan de ene kant versies met een meer Paulinische kleur en aan de andere kant versies met meer Joodse trekken. Een volgende keer meer over de ontwikkelingen na de eerste eeuw.
Bedankt Wietze!