The Promised Land
I raise my hand, I raise my hand
I raise my hand, I raise my hand
I raise my hand to the Promised Land
Had je Abraham al gezien!
Zijn we niet allemaal op zoek naar ons beloofde land! Abraham wel! Had je hem al gezien?
We kennen hem immers allemaal wel, Abraham (ook wel Abram), de man die je gezien hebt zodra je vijftig wordt. In de Joodse mythologie is hij de stamvader van het volk, die voor het eerst in Israël ging wonen. Dat gezegde hebben we aan Jezus te danken.
Jezus en Abraham
In de verhalen over Jezus die we tegenkomen in Mattheus, Lucas en Marcus schept Jezus lang zoveel niet op als in het evangelie van Johannes. Daar stelt hij zich zo’n beetje gelijk aan God. Hij bestond ook al lang voordat hij op aarde kwam en meende te weten dat Abraham (in het dodenrijk) heel blij was met zijn komst naar de aarde. Dat vonden zijn toehoorders maar een raar verhaal. Om Abraham te kunnen zien moest je zelf ook dood zijn of in ieder geval een waardige leeftijd hebben om visioenen te mogen zien en die Jezus die begint pas, hij is nog niet eens 50:
Johannes 8: [Jezus zei:]
56 ‘Abraham verheugde zich op mijn komst. Toen hij mij zag, was hij blij.’
57 De Joden zeiden tegen Jezus: ‘Hoe kunt u Abraham ooit gezien hebben? U bent nog geen vijftig jaar oud!’
58 Toen zei Jezus: ‘Luister heel goed naar mijn woorden: Ik ben er, en ik was er al voordat Abraham er was.’
Kennelijk hebben lezers hieruit de conclusie getrokken dat je Abraham krijgt te zien zodra je vijftig bent en vandaar het Nederlandse gebruik van de Abrahampop.
Abraham op weg naar het beloofde land (Kanaän).
In ieder geval, Abraham z’n vader, Terach, was al onderweg gegaan naar Kanaän (het huidige Israël), maar in Chara (Hara) blijven steken (op de Turks/Syrische grens). God geeft Abraham dan na zijn dood het bevel, nu maar eens op weg te gaan, naar het beloofde land:
Abram gaat op reis
1 De Heer zei tegen Abram: ‘
Ga weg uit je eigen land en ga weg van je familie.
Ik zal je zeggen naar welk land je moet gaan.
2 Ik zal je zo veel nakomelingen geven
dat ze een groot volk worden.
Ik zal je rijk en gelukkig en beroemd maken.
Jij zult ook anderen gelukkig maken.
3 Als de volken op aarde elkaar geluk toewensen,
zullen ze zeggen:
Ik zal goed zijn voor de mensen die goed zijn voor jou.
Maar de mensen die jou slecht behandelen,
die zal ik straffen.’4-5
Abram komt in Kanaän
6 Abram en zijn familie kwamen in Kanaän, waar in die tijd de Kanaänieten woonden.
Ze reisden door tot de eik van More bij de stad Sichem.
7 Daar zag Abram de Heer. De Heer zei: ‘Ik zal dit land aan jouw nakomelingen geven.’
Die belofte zal nog menigmaal herhaald worden en wordt steeds mooier:
Genesis 17:
Abram heet voortaan Abraham
1 Toen Abram 99 jaar oud was, kwam de Heer bij hem. De Heer zei: ‘Ik ben de machtige God. Blijf altijd dicht bij mij en doe wat goed is. 2 Dan beloof ik dat je heel veel nakomelingen zult krijgen.’ 3 Abram maakte een diepe buiging.
God ging verder:4-5 ‘Voortaan heet je niet meer Abram [de verheven vader], maar Abraham [vader van vele volkeren]. Ik beloof je dat er later heel veel volken van je zullen afstammen. 6 Ik zal je heel veel nakomelingen geven. Er zullen niet alleen veel volken van je afstammen, maar ook veel koningen.
7 Ik doe je een belofte die ook geldt voor je nakomelingen, en voor alle generaties na jou, voor altijd. Ik zal jouw God zijn en de God van je nakomelingen. 8 Je bent nu een vreemdeling in het land Kanaän. 8 Maar ik zal dit hele land aan jou geven. Kanaän zal voor altijd het land van jou en je nakomelingen zijn.
En zo kwam de ellende in het Midden-Oosten tot stand!
Jesaja 43:
Wees niet bang, want ik zal bij je zijn. Ik haal je nakomelingen terug uit het oosten en uit het westen. 6 Tegen het noorden zeg ik: ‘Geef mijn volk terug.’ Tegen het zuiden zeg ik: ‘Laat mijn volk gaan!’ Tegen alle verre landen zeg ik: ‘Breng mijn volk weer terug. 7 Breng de Israëlieten allemaal terug. Ze zijn naar mij genoemd. Ik heb hen gemaakt ter ere van mijzelf, ik heb hun het leven gegeven.’’
Het Palestijnse conflict.
Deze belofte dat God het land Kanaän, nu het land Israël, aan Abraham en z’n nageslacht (lees “de Joden”) heeft gegeven ligt aan de basis van de enorme problematiek in het Midden-Oosten. Mede doordat het Christendom het verhaal over Abraham als onderdeel van haar geloof heeft meegenomen, is de herinnering aan die belofte blijven bestaan en is men Israël ook in de Christelijke Westerse wereld als “het land van de Joden” blijven zien. In het begin van de 19e eeuw leefde er in Engeland ene Lord Shaftesbury. Deze Lord was een toegewijd christen en raakte geïnteresseerd in de terugkeer van de Joden naar het land van hun voorouders. Richting de regering en met name zijn schoonvader, Lord Palmerston onderbouwde hij dit (in 1838-1840) met economische en politieke voordelen, voor zichzelf zag hij dit als de vervulling van Bijbelse voorzeggingen (profetieën). In de Anglicaanse en Evangelische wereld werd dat ook steeds meer zo gezien.
Hier is een stukje uit een documentaire van een Christelijke organisatie (Crosstalk) die zich erg bezig houdt met Israël. Het idee is dat de terugkomst van Jezus, heel sterk afhankelijk is van de terugkeer van de Joden naar Israël. (de video wwrd geblokkeerd, maar hier is de tekst van Spurgeon uit 1855)
3 June 1855 Charles Spurgeon preaches on the return of the Jewish people to the Land
“The hour is approaching, when the tribes shall go up to their own country; when Judea, so long a bawling wilderness, shall once more blossom like the rose; when, if the temple itself be not restored, yet on Zion’s hill shall be raised some Christian building, where the chants of solemn praise shall be heard as erst of the old Psalms of David were sung in the Tabernacle. ..I think we do not attach sufficient importance to the restoration of the Jews. We do not think enough about it. But certainly, if there is anything promised in the Bible it is this. I imagine that you cannot read the Bible without seeing clearly that there is to be an actual restoration of the Children of Israel … For when the Jews are restored, the fullness of the Gentiles shall be gathered in; and as soon as they return, then Jesus will come upon Mount Zion with his ancients gloriously, and the halcyon days of the millennium shall then dawn; we shall then know every man to be a In-other and a friend; Christ shall rule with universal sway.”
De werkelijkheid was dat er door migratie en hele volksverhuizingen, net zoals in het Europa van toen, uiteindelijk nog maar weinig “oorspronkelijke Joden” in Israël woonden.
Een Britse volkstelling in 1922 geeft aan dat de Palestijnse bevolking voor 78% bestaat uit moslims, 11% joden, en 9,6% christenen. In 1936 is het Joodse percentage opgelopen tot 16,9%. Het land werd toen nog in grote meerderheid bewoond door Arabisch sprekende Palestijnen en toen ook Palestina genoemd. “Terugkeer” , houdt eerdere afwezigheid en “Uittocht” in. Wanneer vond dat plaats?
De Joodse Uittocht (de Diaspora)
In de eerste eeuw zijn er na de Joodse opstand in 70 n.Chr. en het vernietigen van de tempel door de Romeinen destijds nog eens veel Joden het land ontvlucht. Na een tweede bloedig neergeslagen opstand in de tweede eeuw (116-117) en een derde (132-135), vonden er verdere uittochten plaats. Ook zijn er historici die geloven dat veel overgebleven Joden (en zeker de niet puur Joodse Samaritanen onder hen) langzamerhand zijn opgenomen in de cultuur van omringende en het land binnendringende volkeren, in de zevende eeuw dan met name moslims. Rond de tijd van de Joodse uittocht vonden er in Europa ook allemaal grote volksverhuizingen plaats. Germaanse stammen, zoals de Franken overspoelden de lage landen. In Engeland werden de Kelten naar uithoeken van het land verdreven. De vraag is natuurlijk of je vele eeuwen later nog aanspraak mag maken op grond waar je voorouders, eeuwen geleden, geleefd hebben? Dat geldt nog nijpender voor de gereduceerd Indianengroepen in Amerika of de Aboriginals in Australië. Opgetekende beloftes uit een oud en primitief boek, zouden daar geen verschil bij uit moeten maken….
Toch maakte dat kennelijk wel een verschil en de wens tot terugkeer bleef leven bij Joodse gemeenschappen. Het Christelijke Westen had hier ook wel oor naar. Veel christenen zagen (en zien) de terugkeer als een vervulling van een belofte van hun God en daarmee een bewijs dat hij de ware God is! Ze hebben de beloften in het Oude Testament (van de Joden) eenvoudig gekidnapt en in hun eigen geloof ingepast. In Oost Europa zijn christelijke organisaties bezig gemeenschappen met een Joodse achtergrond weer bewust te maken van hun Joodse cultuur en helpen hen dan praktisch en financieel om “Alija” (de terugtocht naar het beloofde land) te maken. Die terugkeer helpt te bewijzen dat hun Christelijke Bijbel, hun geloof en hun Jezus, waar zijn.
De BALFOUR-verklaring
In 1917 kwam de Britse Minister van Buitenlandse Zaken met de Balfour verklaring uit, waarin hij namens de Britse regering voorstelde “dat er gunstig gekeken werd naar het opzetten van een Nationaal “Home” in Palestina voor Joodse mensen, maar dat er niets mocht gebeuren dat de burgerlijke en godsdienstige rechten van de bestaande niet-joodse bevolkingsgroepen in Palestina in gevaar kon brengen”
Dat dat niet allemaal zo netjes verlopen is, mag duidelijk zijn en het Westen heeft hieraan m.i. de meeste schuld door er na de Tweede Wereldoorlog niet voor te zorgen dat allen die uit die verschrikkelijke nazi-concentratiekampen mochten terugkeren ook weer vol zorg in hun eigen leefomgeving werden opgevangen. Misschien had dat ook wel niet gekund, want hoe kun je leven onder mensen waarvan zo velen je verraden of in de steek gelaten hadden? Je gunt ze een eigen, vertrouwde plek, maar als dat ten koste gaat van anderen…. Ondertussen is Israël ook voor vele jongeren hun geboortegrond en wordt verdrijving even wreed en ondenkbaar…. Het zou toch moeten kunnen, één staat waarin de Palestijnse vluchtelingen weer kunnen terugkeren en er samen gebouwd wordt aan één multicultureel land… Ook hier is het religie en religieuze standpunten die een oplossing in de weg staan.
“Yes, you have gotta to find a way to save us now… I raise my hand to the Promised land.”
Maar goed, Abraham, heeft zich goed kunnen vestigen en dat er van die mooie beloften niet veel is terechtgekomen, zal hij nooit geweten hebben. Dat zijn nageslacht tot zegen zou zijn voor heel de wereld heeft die wereld nog niet ervaren, maar is de kinderen van God wel duidelijk, hij heeft immers Jezus voortgebracht. Luister ook nog maar eens naar een stukje uit een hedendaags gesprek tussen twee kinderen van God (Family 7 man Dolf van de Vegte en publicist Jaap Dieleman).
De “kinderen van god” hebben die profetieën van het joodse volk gekidnapt en toegepast op hun Jezus. Uit dat nageslacht van Abraham is Jezus immers geboren, ook wel “Koning der Koningen” genoemd, de redder van de (gelovige) wereld! Als Jood zou Abraham zelf die Christelijke uitleg wel door de mosterd hebben gehaald. Hij wist immers waar hij die mosterd kon halen…
Daarover een volgende keer als Abraham zijn Zoon moet offeren en daar volgens sommigen “mosterd” bij nodig had.
Recent Comments