Jozua en de vernietiging van Jericho
Joshua fought the battle of Jericho.
Verre weg de meeste kinderen van god kunnen hier mee leven door er maar niet over na te denken. Waar men dat wel durft, worden de inwoners van Kanaän afgeschilderd als gedegenereerde monsters die zelfs hun eigen kinderen offerden aan hun goden. Die mogen toch wel afgeslacht worden en zo lopen de kinderen ook niet gevaar in dezelfde goddeloze praktijken op te groeien.
Zie hier hoe er bijvoorbeeld bij het evangelische Yarah Bijbel college, Zuidhorn over gedacht wordt:
Je moet toch wel heel erg gestoord of gebrainwashed zijn om met dit soort rechtvaardiging aan te durven komen. Ik houd het maar op gehersenspoeld want de opvatting is vrij algemeen onder fundamentalistische gelovigen.
Anderen proberen een wat subtielere(?) uitleg, Jart Voortman, bijv. in de handreiking bij zijn boek “Open Geloven”. Die geweldsverhalen passen wel niet bij ons, maar je moet zien waar het om gaat:
“Bij vele gewelddadige teksten in de Bijbel gaat het er niet om om vast te leggen wat wel en wat niet toelaatbaar is. De centrale vraag is een heel andere: als je in de moeilijkheden zit: kun je dan aan op God of niet?”
Zo kom je er mooi vanaf. Nog erger wordt het in het boekje van Reinier Sonneveld “De stilte van God”. Het was allemaal niet zo erg als het werd beschreven, ook in de bijbel wordt wel eens stilistisch overdreven (p. 272). Die inname van Kanaän ging niet gepaard met genocide, heus alle onschuldige vrouwen en kinderen werden niet vermoord. Gewoon het land van anderen inpikken is kennelijk ok, zolang je maar een paar mensen in leven laat.
De holocaust was kennelijk ook geen genocide omdat er ook wel overlevenden zijn geweest. Ik werd letter misselijk bij het lezen van dit witwassen van geweldsteksten in de bijbel.
Lofprijzen als wapen.
De belangrijkste les die kinderen van god uit dit verhaal leren is dat ze God al van te voren moeten danken dat hij de overwinning gaat geven, over bijvoorbeeld allerlei problemen waar je tegenaan loopt. Niet alleen danken, maar Hem loven en prijzen om zijn grootheid. Kennelijk verwarmt dat Gods hart zo dat je een betere kans maakt dat hij ten behoeve van jou/jullie ingrijpt. Elly en Rikkert zingen erover:
Dames van Jehova
Onlangs werd ik bezocht door twee dames van Jehova. Ik laat hen altijd standaard weten dat ik alleen maar geïnteresseerd ben in aansluiting als ze me een plekje konden garanderen bij de 144.000 die (volgens hen) op de nieuwe aarde met Jezus zullen regeren. Het alternatief om met al die saaie Jehova getuigen een beetje op die nieuwe aarde rond te moeten hangen, leek me niks. Nou ja, daar hadden ze natuurlijk de bevoegdheid niet toe. Dan maar eens wat anders, hoe konden ze nu geloven in een God die een hele stad uit laat moorden. En ik beschreef in detail de angst en angstkreten van kinderen die zich aan hun ouders vastklemden om de bloedige zwaarden te ontwijken, het gekrijs van zwangere vrouwen die opengereten werden…..
Er kwam even een reflecterend moment in het gesprek, waarop ze zei: “Wat is het vreemd hoe je in een verhaal andere dingen als belangrijk kunt zien.” Hoe opmerkelijk is het, dacht ik, dat je zo voorgeprogrammeerd kunt zijn dat je de ernst van een zaak niet meer kunt zien.
Voor kinderen van god is zij een voorbeeld van de zondige mens (een hoer) die zijn heil zoekt in Jezus en dan door hem gered wordt. Hij heeft a.h.w. het bloed van Jezus aan de deur van zijn hart gesmeerd, gesymboliseerd door het rode koord dat hing van Rachab’s raam.
Het is ook niet zo dat er in het Nieuwe Testament afstand gedaan werd van deze gruwelijke gebeurtenis. Er wordt met bewondering naar verwezen:
Hebreeën 11:
31 Ook de hoer Rachab had een groot geloof. Zij had de spionnen verborgen die door Jozua naar Jericho gestuurd waren. Daarom bleef zij in leven toen alle slechte mensen in Jericho gedood werden.
Het verhaal van Jericho als mythe.
In de jaren 1950- deed Kathleen M. Kenyon onderzoek in Jericho. Zij kwam tot de conclusie dat het verhaal in het boek van Jozua en zijn Muren van Jericho een mythe was. De in de 13e eeuw v. C. onder aanvoering van Jozua hier binnendringende Israëlieten vonden een bijna verlaten stadje met vervallen versterkingswerken. Noch bazuingeschal noch krijgsgeschreeuw was nodig om de muren van ’de machtige koningsstad’ te doen instorten, zoals het boek Jozua vermeldt.
Kathleen M. Kenyon’s manier om op een andere manier dit pijnpunt voor gelovigen we te nemen. “weg te nemen” bedoel je natuurlijk.
Het versterkt de pijn ook doordat het aangeeft dat de Bijbel ook historisch niet betrouwbaar is.