Drie Koningen: Saul, David en Kerstkoning Jezus
De legendarische verhalen over de eerste twee koningen (Saul en David) van Israël vormen ook de achtergrond van het even legendarische verhaal over de Koning van de kinderen van god: Koning Jezus.
Saul
In het vorige bericht hebben we verteld hoe de Israëlieten met grof goddelijk geweld het “beloofde land” binnentrokken. Maar met de strijd was het toen nog niet gedaan. We spreken nu zo rond 1000 voor Christus in de legendevorming. Israël werd constant lastig gevallen door volkeren die waren blijven hangen of in aangrenzende gebieden woonden. Ze kregen behoefte aan een eigen koning. En die kregen ze ook. De eerste koningen in de overleveringen van het Joodse volk waren Saul en David. Beide heren zijn bij de kinderen van god dankbare kapstokken om hun ideeën aan op te hangen. Saul is dan het beeld van de “vleselijke” mens en David die van de “geestelijk” gelovige. Saul is hoogmoedig en ongehoorzaam aan God en David ootmoedig en doet wat God zegt. David is zelfs een voorafschaduwing van hun Koning Jezus en Saul wordt soms gezien als een beeld van de Boze.
Ook in het Jodendom is David favoriet en het is dan ook niet onlogisch dat hij er in de beeldvorming en de overgeleverde anekdotes wat beter uit tevoorschijn komt dan zijn voorganger Saul. Maar omdat die verhalen werden opgeschreven in een tijd toen de denkbeelden nog wel behoorlijk primitief waren, zitten er ook best nog wel wat barsten in het overgeleverde plaatje. Barsten waar kinderen van God zich liever geen barst van aantrekken.
Die Saul die mag ik eigenlijk wel. Het was een lange, knappe man en toen de profeet van God (Samuël) hem kwam vertellen dat hij koning moest worden, had hij daar helemaal geen zin in. Op het moment dat Samuël hem aan het volk wilde voorstellen had hij zich tussen allerlei bagage verscholen en moest hij er vandaan weggesleurd worden. Ik zou ook geprobeerd hebben om er onderuit te komen.
In ieder geval “er onderuit komen” lukte niet en Saul wordt dus tegen wil en dank koning en voert constant oorlog met allerlei vijandige volkeren. Een andere eigenschap waar ik wel wat mee heb is dat hij zich liever wat losser op wilde stellen van de gevestigde geestelijke orde. Voor het aangaan van een strijd werd er een offer gebracht aan God en dit hoorde te gebeuren door een priester, Samuël in dit geval. Maar toen de nood eens hoog gestegen was en de aanval echt ingezet moest worden en Samuël maar niet op kwam dagen, besloot Saul het offer zelf maar te brengen. Een ware protestant, een prototype van Luther, voor wie de bemiddeling van een geestelijke niet nodig hoefde te zijn. Het zou hem voor altijd kwalijk genomen worden.
Uiteindelijk werd één oorlog hem helemaal fataal. Hij was dan wel de legeraanvoerder maar de opperbevelhebber was van een hogere orde, God, ofte wel Jehova, dan wel Jahweh himself. De opdracht was deze keer:
1 Sam 15: 3 (BGT) “Daarom moet jij nu naar de Amalekieten gaan. Je moet hen verslaan. Je moet alles vernietigen en je moet iedereen doden. Elke man en elke vrouw. Iedere baby en elk kind. En ook alle grote en kleine dieren. Je mag geen medelijden hebben.’’
Saul voert die goddelijke genocide keurig uit. Of hij zelf ook baby’tjes heeft afgeslacht, weten we niet, wel dat hij bedacht dat het misschien wel handiger was om de collega Koning van de Amalekieten zelf te sparen en ook om alles wat echte waarde had maar te houden en niet te vernietigen. Dat kon immers mooi voor een goed doel ingezet worden.
Nou dat heeft hij geweten. God en Samuël waren woedend. Samuël, die zachtmoedige man van God, zorgde er met zijn eigen zwaard voor dat die koning ook alsnog een kopje kleiner werd gemaakt. En Saul had het daarna voor altijd bij god verbruid. Zelfs toen hij diep berouw toonde, was er geen vergeving beschikbaar.
Maar goed als je het zonder je goddelijke Maatje moet stellen, dan wordt het leven er niet prettiger op. Saul kreeg depressies, buitengewoon neerslachtige buien, angst aanvallen. Je komt dat, denk ik, in zwaar gereformeerd/calvinistische kringen ook nog wel tegen, wanneer iemand wel in god gelooft, maar zichzelf zo zondig weet dat hij/zij buitengesloten is van de genade van God.
“God” kan je wat aandoen. Saul pleegt uiteindelijk zelfmoord.
David
David is het troetelkind van de Joodse en Joods-christelijke gemeenschap. Niet echt een prettig figuur, wat mij betreft. Hij was al door Samuël, een beetje in het geheim, tot nieuwe koning gezalfd en moet zich al heel wat mans gevoeld hebben. Als hij z’n broers in het leger voedsel komt brengen, ziet hij de Reus Goliath en hoe iedereen bang voor hem is. Nou David niet, hoor, een mannetje vol bravoure. Hij zal hem wel even met een steentje in z’n katapult vellen. En hij had mazzel, dat steentje trof de geharnaste gigant in z’n voorhoofd, door een open deel in z’n helm. Geen mazzel, vinden gelovigen, maar het resultaat van vertrouwen op God. Dan kun je de grootste uitdagingen aan.
Als je het koninkrijk van Jezus Christus vandaag de dag niet wil zien, dan zie je het ook niet. Je ogen moeten er voor geopend zijn. In de ogen van deze wereld stelt Jezus niets voor. Kiezen voor Hem, is kiezen voor een verliezer, voor iemand die zijn idealen meegenomen heeft naar zijn graf. Maar wij weten wel beter. Wanneer je ogen er voor geopend zijn, dan zie je het koninkrijk van God overal. Wij weten dat op enig moment iedereen het zal weten, elke knie zich zal buigen en elke tong zal belijden, dat Jezus Heer is. Maar voor sommige is het dan te laat.”
LevenEvangelieGemeente www.leg.nl
Jezus en de eerste gemeente werden met veel bombarie geïntroduceerd en de hele wereld moest het weten. Maar dat enthousiasme doofde na een paar eeuwen al gauw uit. Wat ook maar niet goed lukte was het zichtbaar worden van het karakter van Jezus in zijn volgelingen. De geromantiseerde Jezus was de verpersoonlijking van de perfecte liefde en de Heilige Geest zou, volgens de afspraak, dat karakter steeds meer in zijn volgelingen vorm gaan geven. Ze zouden steeds meer op die (geromantiseerde) Jezus gaan lijken. Dat lijkt dan 2000 jaar na dato ook een verborgenheid te zijn. Gelovigen doen zich gewoon veel slechter voor dan ze zijn.
Een echt macho mannetje, die David. Na iedere overwinning neemt hij er als medaille ook maar weer een andere vrouw bij. Minstens 15 uiteindelijk en als hij dan een affaire heeft gehad met de mooie Batseba wordt het even lastig. Zij raakt zwanger, waarop David haar man, Uria, uit het leger terug laat komen in de hoop dat hij ook met haar zal slapen en gaat denken dat het zijn kind is. Uria is wel een echte kerel en blijft bij z’n maatjes slapen. Dan moet ie maar dood, dacht David en hij laat hem een dodelijke positie innemen aan het front. De Duitse machtsclique deed kennelijk destijds wel hetzelfde om mensen kwijt te raken.
Het komt allemaal wel uit en als straf laat God het kindje sterven. Dat je niet zelf de bak ingaat voor je eigen zonden is kennelijk nogal normaal voor gelovigen. God zelf liet immers ook zijn eigen zoon, Jezus, sterven als straf op hun zonden.
David dankt zijn glorie vooral aan de 73 Psalmen die hij geschreven zou hebben. Dat hij dit nooit heeft gedaan is vrij zeker. Onder de Dode Zee rollen werden nog eens 3600( !!) psalmen gevonden, allemaal toegeschreven aan Koning David. Hij moet het veel te druk hebben gehad met oorlog voeren en de plichten richting zijn vrouwen om aan het schrijven van zoveel liederen toe te komen. Er waren ook nog maar weinigen die konden schrijven in zijn tijd. Het was heel normaal in de oudheid om teksten toe te schrijven aan iemand om hem te eren. Deze liederen werden waarschijnlijk pas tijdens de tweede tempelperiode (515 v.Chr. tot 70 n.Chr) verzameld en geredigeerd.
Er zijn wel enkele aanwijzingen dat er ooit een koning David is geweest, maar het koninkrijk van hem en zijn ook beroemde zoon Salomo, hebben zeker nooit de grandeur gehad die er aan wordt toegekend. In de annalen van omliggende koninkrijken worden ze niet genoemd en de belofte aan Abraham dat het rijk van Israël zich ooit van af de Nijl tot aan de rivier de Eufraat uit zou strekken gaat hopelijk in een legendarische mist verloren.
Genesis 15:
18 Toen deed de Heer een belofte aan Abram. Hij zei: ‘Dit land zal ik aan jouw nakomelingen geven. Het hele gebied van de rivier de Nijl tot de rivier de Eufraat is voor hen. 19-21 Dat is het gebied waar nu de Kanaänieten en andere volken wonen.’.
Gelovigen hebben de hoop daarop nog niet opgegeven, maar dan wel onder leiding van hun Koning Jezus.
Koning Jezus
Er zal een nieuwe Koning komen
5 De Heer zegt: ‘Ik zorg ervoor dat er een nieuwe koning komt uit de familie van David. Ik zal hem zelf uitkiezen. Die koning zal het land goed besturen, hij zal wijze besluiten nemen. Hij zal eerlijk rechtspreken, hij zal iedereen goed en rechtvaardig behandelen. 6 Zijn naam zal zijn: ‘De Heer is onze redder’. Want ik zal mijn volk redden. Het hele volk zal in vrede leven.’
Er komt een nieuwe leider
Het Kerstfeest
Kerst – Stille nacht, heilige nacht!
Stille nacht, heilige nacht!
Davids Zoon, lang verwacht,
Die miljoenen eens zaligen zal,
wordt geboren in Bethlehems stal,
Hij, der schepselen Heer,
Hij, der schepselen Heer.
Hulploos Kind, heilig Kind,
Dat zo trouw zondaars mint,
ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd,
wordt Ge op stro en in doeken gelegd.
Leer me U danken daarvoor.
Leer me U danken daarvoor.
Stille nacht, heilige nacht!
Vreed’ en heil wordt gebracht
aan een wereld, verloren in schuld;
Gods belofte wordt heerlijk vervuld.
Amen, Gode zij eer!
Beautifull!!!