De Zondvloed: Goddelijke genocide op grote schaal
Er stond ook nog een boom van Eeuwig Leven in die paradijselijke tuin. Daar moest dat eerste mensenpaar maar niet van eten want dan zouden ze niet alleen slecht zijn maar ook nog eens eeuwig slecht. Dus werden Adam en Eva het paradijs uitgebonjourd. En God plaatste twee bewakers bij de ingang, die heetten “cherubs” en een heen en weer flitsend, vlammend zwaard. Dat waagde je niet om daar langs naar binnen te glippen.
Mijn broeders hoeder
Reuzenbaby’s
Het werden oude knarren in die tijd, Adam vierde z’n 960ste verjaardag nog en een van zijn achterkleinkinderen, Methuselach, werd nog 6 jaar ouden, 969 jaar. Hij wordt ook wel Metusalem genoemd, en geen wonder dat mensen van kranige oudjes nu nog zeggen: “Die is zo oud als Metusalem!”. De mannen werden niet alleen oud, hun dochters zeer schoon. Zo schoon zelfs dat “de zonen van God” zich niet konden beheersen en naar believen maar zo´n dochter tot vrouw namen. Want God had kennelijk vergeten ook wat “dochters van God” voort te brengen en ja wat wil je dan, … die goddelijke jongens willen ook wel eens wat. En wat daar uit voortkwam waren …..reuzen!! Ja, ja! Wat ik niet eerlijk vind is dat de aardse mensen de schuld kregen van het vergrijp van de godenzonen. Je hoort dat ook wel eens uit andere (sub)culturen dat een aangerande vrouw moet boeten voor het gebeuren alsof het haar schuld was, maar bij God zou je dat toch niet verwachten. Gelovigen denken meestal dat die zonen van God, geen echte zonen waren, maar niet meer dan engelen. Het zal je maar overkomen dat je dochter met een engel van een schoonzoon trouwt en je kleinkind zo groot is dat hij bij de geboorte al niet meer in de wieg past….
De zondvloed en de ark van Noach.
Er komen stromen van regen (sorry, zegen),
Er komen stromen van zegen,
dat heeft Gods woord ons beloofd;
stromen verkwikkend als regen,
vloeien tot elk die gelooft.
Stromen van zegen,
komen als stortregens neer.
Nu vallen druppels reeds neder;
zend ons die stromen, o Heer.
Er komen stromen van zegen
– heerlijk verkwikkend zal ‘t zijn –
op de valleien en bergen
zal er nieuw leven dan zijn.
Stromen van zegen,
komen als stortregens neer.
Nu vallen druppels reeds neder;
zend ons die stromen, o Heer.
Vertaling B.D. Dykstra
Noach
5 De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. 6 Hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. 7 Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt. 8 Alleen Noach vond bij de HEER genade.
9 Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. 10 Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet.
11 In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. 12 Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, 13 zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij. 14 Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek. 15 Maak hem driehonderd el lang, vijftig el breed en dertig el hoog. 16 Je moet er een lichtopening in aanbrengen en aan de bovenkant één el openlaten; de ingang moet je in de zijkant maken. De ark moet een benedenverdieping krijgen en daarboven nog twee verdiepingen. Uitgaande van een el van 45 cm was de ark135 meter lang bij 22 meter breed bij 13 meter hoog. De maatverhoudingen van de ark volgens Genesis zijn opmerkelijk modern: 30:5:3. Dit is een zeer stabiele vorm voor een schip, mammoettankers hebben ook deze verhoudingen. Deze schepen danken hun stabiliteit echter aan de motorische aandrijving. Een schip zonder aandrijving in deze verhoudingen zou juist erg instabiel zijn. En dan krijgt Noach te horen wat het plan is: 17 Ik laat een grote vloed over de aarde komen, een watermassa die haar zal overspoelen, om alles onder de hemel waarin levensadem is te vernietigen; alles op aarde zal omkomen. 18 Maar met jou zal ik een verbond sluiten. Jij moet de ark in gaan, samen met je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen. 19 En van alle dieren moet je er twee in de ark brengen, om ervoor te zorgen dat die met jou in leven blijven. Een mannetje en een wijfje moeten het zijn. 20 Van alle soorten vogels, van alle soorten vee en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, zullen er twee naar je toe komen; die zullen in leven blijven. 21 Leg ook een voorraad aan van alles wat eetbaar is, zodat jullie allemaal te eten hebben.’ 22 Noach deed dit; hij deed alles zoals God het hem had opgedragen. Noach was ook niet gek en deed dus precies wat God hem bevolen had. Hij werd wel uitgelachen door z’n buren, maar dat kon hem weinig schelen.
Genesis 7
Dat moet wel een prachtig gezicht geweest zijn, dinosaurussen samen met muizen lekker stampend over de gangplank naar binnen. God kwam er later pas achter dat de vissen en de watervogels de dans leken te ontspringen. Hmm, die waren zeker zo slecht nog niet. En toen kwam de vloed: Genesis 8
1 Toen dacht God weer aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. 2 De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. 3 Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. 4 Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. 5 Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar.
20 Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. 21 De geur van de offers behaagde de HEER, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan. 22 Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan. |
Al direct nadat het Christendom was ontstaan gingen er al stemmen op dat zo’n wrede, wraakzuchtige god, niet de vader kon zijn van Jezus Christus. Een van de bekendste was Marcion (85-160) die leerde dat de schepper god (en de god van het Oude Testament) een inferieure god was geweest en dat er een hogere God was die Zijn zoon naar de aarde stuurde. Marcion was ook de eerste van wie we weten dat hij een bijbel had samengesteld. Die bestond alleen uit een verhaal over het leven en leren van Jezus en 10 van de brieven van Paulus. Het Oude Testament van de Joden had hij daar helemaal uit weggelaten. Zijn kerk was in grootte jarenlang vergelijkbaar met de katholieke kerk uit die tijd. Tot in de vierde eeuw horen we over “marcionieten”. Toen de katholieke ideeën de overhand kregen werden de werken van Marcion vernietigd, zodat we nu alleen nog maar iets over hem weten via zijn tegenstanders en wat die uit zijn werk aanhaalden. Op deze manier weten we ook dat Apelles, een leerling van Marcion, zei niet te geloven dat alle dieren ooit in de ark gepast zouden hebben. Moderne kinderen van God zullen zeggen dat het ging om paren van iedere soort, bijv. “canidae” (hondachtigen) waar zowel wolven als honden onder vallen. Ze laten zo toch een beetje evolutie toe in hun ideeën.
Er zijn nog altijd mensen die denken dat de resten van de ark ergens in het oosten van Turkije te vinden zijn en er worden expedities georganiseerd om hier naar te zoeken.
Recent Comments